Blogonderwerpen voor Goedemorgen Tuinbouw zijn overal. In dit geval vond ik er eentje bij mijn buurvrouw. Ze vierde onlangs haar 80ste verjaardag. Toen ik van een stuk taart genoot in de feestelijk ingerichte oude houten schuur, ontvouwde zich de geschiedenis van een verplaatsbare kas die teruggaat tot de jaren ’30. Ik neem u mee naar het mysterie van de verrolbare kas.
Discussie op het verjaardagsfeest
Ter ere van de verjaardag hadden haar kinderen uitvergrootte foto’s van vroeger opgehangen. Razend interessant, want mijn buurvrouw Nelie Schouten woont al bijna haar hele leven aan de Zwethkade Zuid in Den Hoorn. Toen ik hier zelf kwam wonen werd mij al snel verteld dat ik de grote eer had om naast de 'Burgemeester van de Zweth' te mogen wonen. Haar grootouders hadden er in de jaren '30 een tuinderij gekocht, die eerst haar ouders en later mijn buurvrouw en haar man Krijn Kooy overnamen. Mijn buurvrouw werd tachtig jaar geleden in 1943 geboren en groeide op in een woonboot in de Zweth in Den Hoorn.
Bij het verjaardagsgezelschap ontstond door het zien van de oude foto’s een discussie. Had er ooit een verrolbare kas gestaan op de grond van de grootouders van mijn buurvrouw? Volgens de ene feestganger was dit absoluut het geval. Volgens de ander kon de kas wel verplaatst worden, maar niet door rollen of rijden. U snapt dat deze octrooigemachtigde al alert was vanaf het woord “verrolbare kas”. Niet alleen omdat ik groot fan ben van oude uitvindingen, maar ook omdat ik onlangs stuitte op een oud octrooi over een rolkas. Zou het waar zijn? Had er in mijn “achtertuin” een innovatie gestaan die voortkwam uit het octrooi dat ik had gezien? Ik hou u nog even in spanning voor de ontknoping van dit mysterie.
Slimme Westlanders
Voor ik u vertel of de kas van de familie van mijn buurvrouw voortkwam uit het octrooi dat ik vond, laat ik u eerst eens zien wat de uitvinding inhield. Onderstaande tekeningen komen uit een octrooifamilie die terug te dateren is tot 1933 op naam van Cornelis Maarten de Jong en Cornelis Willem Rodenburg, beiden uit Honselersdijk. De titel hiervan zegt eigenlijk alles al: 'Kas voor het kweeken van planten, waarbij de onderrand van elken zijwand is voorzien van een rail of een geleiding, welke verrijdbaar is over een rollenbaan'.
Deze Westlandse uitvinders bedachten hiermee een manier om een groot kascomplex snel en eenvoudig te kunnen verplaatsen in een tijd dat er bijvoorbeeld nog geen kunstmest bestond. Hiermee kon uitputting van de grond worden voorkomen door de kas telkens over een vers stuk grond te plaatsen. Het vrijkomende stuk grond kreeg dan tijd om te herstellen van virussen en intensief gebruik.
De figuur hierboven is een schematische tekening van de kas. De kas steunt met drie staanders op buizen (1). De buizen (1) steunden af op geleidingsrollen (3) die bovenop betonnen neuten waren gemonteerd. De buizen (1) konden worden aangesloten op een verwarmingssysteem of een waterleiding. Dit is slim dubbel gebruik van het materiaal. Als je dan toch een buis nodig hebt, dan kun je die ook net zo goed gebruiken voor verwarming van de kas door er warm water doorheen te voeren.
Verder hadden de uitvinders ook al gedacht aan het inbouwen van een op trek belastbare expansiesectie in de buis! Wanneer de buis opwarmt en meer uitzet dan het glas, zou het glas zomaar kunnen breken. De “lus” (9) in de expansiesectie kan dit uitzetten opvangen. Voor het opnemen van trekkracht tijdens verrijden is een losmaakbare wartelverbinding (10) onder in de "lus" (9) opgenomen.
Verkassen
van haar ouders dezelfde is als die van het octrooi. Laat ik er maar niet omheen draaien: dat is het niet. Haar grootouders kochten de tuin met daarop het grote kascomplex in 1930. Aluminium was er toen nog niet. Het bestond daarom uit houten staanders op neuten en kasvoeten. Daar werden eenruiters op gelegd. Het was voor die tijd een revolutionaire kas, want het was een hoge kas waar je in kon staan. Dit in tegenstelling tot de eenruiters die toen ook veel gebruikt werden voor platte bakken. Bovendien kon je de kas verplaatsen. Alleen niet door hem te verrollen of te verrijden, maar door hem letterlijk te “verkassen”.
Voor dit verkassen moesten de eenruiters eerst worden verwijderd. Daarna moest het houten frame op meerdere plaatsen tegelijkertijd opgekrikt worden, zodat het met vele handen naar het verse stuk tuinbouwgrond verplaatst kon worden. Een hele onderneming. De uitvinders uit Honselersdijk hadden dus groot gelijk dat ze een alternatief bedachten. Het tragische is dat de oorspronkelijke eigenaar bijna failliet ging aan de aanschaf van de verplaatsbare kas en daarom moest verkopen aan de familie Schouten. Vervolgens hebben zij de kas nauwelijks meer verplaatst. Mijn buurvrouw kon zich zelfs niet herinneren dat ze dit ooit een keer had mogen meemaken, maar uit haar oude fotoalbums bleek wel degelijk dat het twee of drie keer gebeurd moest zijn. In 1978 is de kas uiteindelijk gesloopt.
Rijke historie
Hoewel de kas niet de voorloper is van het octrooi ben ik niet teleurgesteld. Wat een prachtig verhaal. Van een bijna failliete ondernemer naar een familie met een rijke historie in de tuinbouw. En dat gewoon in mijn achtertuin. Met een nieuwe waardering voor de geschiedenis van mijn buurt zoek ik voor u verder naar nieuwe, onverwachte inspiratie voor mijn blogs.