Met een octrooi beschermt u uw innovatie in één of meerdere landen, maar wat als die innovatie niet binnen een duidelijke landsgrens wordt gebruikt? Die vraag staat centraal binnen de windindustrie. Een industrie die enorm groeit dankzij de aanleg van windmolenparken op land en zee, maar die zich deels afspeelt buiten territoriale wateren. Nederlandse ondernemers hebben hierin een marktaandeel van maar liefst 25%. Dat aandeel staat echter op de tocht, omdat hun intellectueel eigendom binnen de huidige Rijksoctrooiwet niet goed wordt beschermd. Voor de website en het blad van Windenergie Nieuws legde ik uit waarom dit zo verontrustend is voor ondernemers en de Nederlandse economie.
Octrooibescherming op natuurlijke rijkdommen
Het antwoord op de hierboven gestelde vraag is namelijk: als uw innovatie buiten de landsgrenzen staat, dan is die niet per definitie beschermd. De Nederlandse grens loopt 12 nautische mijlen, dat is 22,22 kilometer, van de kust. Zoals u op het kaartje kunt zien, staan niet alle windparken op de Noordzee binnen die grens. Makers van technologie op het gebied van windenergie lopen daardoor een groot risico. Hun intellectueel eigendom is daar momenteel niet goed beschermd.
Nou vraagt u zich misschien af hoe dat zit voor andere offshore-industrieën, zoals het winnen van olie en gas. Het antwoord is: technologie voor olie en gas wordt wel beschermd. Deze grondstoffen worden in de wet namelijk gezien als ‘natuurlijke rijkdommen’. De Rijksoctrooiwet biedt voor het Nederlands deel van het continentaal plat bescherming voor technieken die zich richten op dergelijke natuurlijke rijkdommen. Windenergie geldt op dit moment niet als een natuurlijke rijkdom. Die ouderwetse visie brengt nu dus een hele industrie in gevaar.
Exponentiële groei
Indien buitenlandse ondernemers lucht krijgen van deze lacune in de octrooiwet, lijkt de kans op namaak bijzonder groot. Als zij de windtechnologie doorgronden, mogen ze die op het continentaal plat gewoon namaken en gebruiken, en snoepen ze gemakkelijk een percentage van het marktaandeel af.
Voor de Nederlandse bedrijven is het zaak dat hun technologie niet zomaar kan worden gekopieerd. Nederlandse ondernemers hebben een legitiem belang om de kosten van hun met veel moeite ontwikkelde offshore-technologie te kunnen terugverdienen. Het gaat hier niet om klein bier. De windindustrie groeit momenteel exponentieel. Tot 2030 zal 11GW(!) aan windenergie worden geïnstalleerd op het Nederlands deel van de Noordzee. Daarom is dit ook een belang van de BV Nederland.
Momenteel werkt het ministerie van Economische Zaken aan een wetswijziging van de Rijksoctrooiwet. Het is te hopen dat windenergie daarin wordt geschaard onder de natuurlijke rijkdommen. Dit is in deze tijd van energietransitie en klimaatproblemen niet alleen een logische stap, maar vormt ook nog eens een belangrijke steun in de rug van de Nederlandse economie.