Wie een technisch apparaat ontwikkelt dat gebruik maakt van consumables, vergeet vaak juist die permanente omzetmaker te octrooieren. De voorbeelden van dergelijke systemen zijn legio.
Het Nespresso-apparaat met cupjes, de Senseo met bijpassende coffeepads, een fraaie houder voor rolletjes plakband of een printer met inktcartridges, in alle gevallen zijn het de ‘navullingen’ die de echte omzet en marges realiseren voor de producent. Het kan ook gaan om business-to-business oplossingen, zoals een nieuwe vulmachine voor PET-flessen of een lasmachine die gebruikmaakt van een nieuwe lasdraad.
Het eenmalig aan te schaffen apparaat is doorgaans een complex stukje techniek waaraan veel engineering te pas is gekomen. Dat laat zich dan ook meestal relatief eenvoudig octrooieren.
Gefronste wenkbrauwen
Het is echter de kunst om juist ook de verbruiksartikelen van bescherming te voorzien. Dat kan het verschil maken tussen een beetje of heel veel commercieel succes. Dat ging in Nederland bijvoorbeeld fout met de Senseo. Er was wel een octrooi op het apparaat, maar de rechter bepaalde dat de pads, hoewel het essentiële onderdelen zijn om koffie te maken, niet beschermd waren. Overigens werd deze uitspraak in het buitenland met gefronste wenkbrauwen bezien.
Het geeft evenwel aan dat het een gemiste kans is als de navulling niet van een degelijk octrooi is voorzien.
Eenvoud maakt bescherming moeilijk
De consumable is technisch vaak juist erg simpel. Dat heeft een goede reden, er moet namelijk heel veel van geproduceerd kunnen worden. Dan is eenvoud een noodzaak. Echter, de eenvoud maakt bescherming ook moeilijker en om die reden wordt dat nogal eens vergeten of krijgt het niet de aandacht die het verdient. Als tachtig procent van de omzet met de verbruiksartikelen wordt gemaakt en twintig procent met de machine die deze consumables verwerkt, kun je maar beter alles op alles zetten om juist het verbruiksartikel te beschermen. Hoe uitdagend dat ook is. De machine die makkelijk te beschermen is, is dan relatief gezien bijzaak.
