Eendrachtige en enthousiaste samenwerking tussen twee partijen aan een vinding mondt vaak uit in gesteggel en narigheid over het intellectueel eigendom. Want uiteindelijk botsen de belangen van de samenwerkingspartners.
Formeel zijn de rechten van samenwerkende partijen in een innovatieproject relatief eenvoudig te regelen. Je stelt een contract op, kruisjes eronder, klaar. Als er geen contract is opgesteld, dan is de wet duidelijk over de rechten ten aanzien van octrooiaanvragen. Beide partijen kunnen daar dan aanspraak op maken. Samen delen, dus.
Toch is de praktijk weerbarstig. Vaak ontstaat iets nieuws in de verpakkingsindustrie in een opdrachtgever-leverancier-relatie. We zien regelmatig dat grote concerns specifieke, nieuwe vormen van verpakking bestellen bij verpakkingsbedrijven. Die op hun beurt niet zelden weer een derde partij inschakelen, bijvoorbeeld een ontwerper of een bedrijf voor het leveren van specifiek materiaal zoals een folie. Ook een zzp’er moeten we in deze keten als een partij zien.
Machtsverhouding
Daarmee is er sprake van een machtsverhouding, bijvoorbeeld tussen een concern en een klein verpakkingsbedrijf dat voor een groot deel van zijn omzet afhankelijk is van opdrachten van dat concern. Dat maakt het in de praktijk niet gemakkelijk om op je strepen te gaan staan en het intellectueel eigendom op te eisen. Want niet zelden gaat het schuren, als het project eenmaal voltooid is. De opdrachtgever wil niet afhankelijk zijn van de samenwerkingspartner, maar ook elders offertes aan kunnen vragen. Andersom wil de leverancier ook aan andere opdrachtgevers gaan leveren.
Briljante ingeving
Verder is het niet altijd duidelijk wie nu uiteindelijk de uitvinding heeft gedaan. In een brainstormsessie de juiste vraag stellen lokt soms het bevrijdende, unieke antwoord uit. Het scherp formuleren van het probleem biedt vaak de opening naar de oplossing. Wie heeft dan de briljante ingeving gekregen, degene die het probleem wist te formuleren of degene die de oplossing bedacht? Als er een e-mail conversatie is, is dat achteraf na te gaan, maar als alles in een meeting tussen partijen is gebeurd, is dat vaak een Gordiaanse knoop.
Bezint eer ge begint
De moraal is dat je vooraf goede afspraken moet maken over het intellectueel eigendom waar beide partijen happy bij zijn. Bezint eer ge begint. Het loont om zelf als eerste een samenwerkingscontract op te stellen, want dat kun je naar jezelf toeschrijven. Een goede en snel werkende advocaat is dan van belang.
Is er vooraf niets contractueel geregeld, dan kan het verstandig zijn om gewoon (lees: zonder overleg) een octrooiaanvraag, merkendepot of modeldepot in te dienen als je vindt dat je daar recht op hebt. De brutalen hebben immers de halve wereld, en achteraf iets weggeven of delen is eenvoudiger dan achteraf iets in handen zien te krijgen. Raadpleeg in elk geval uw octrooigemachtigde of merken- en modellengemachtigde.